zondag 24 februari 2013

Overlopende seizoenen

En weer heeft het gesneeuwd vandaag, al de zoveelste keer deze winter. We hebben een winter achter de rug met naar mijn idee voor ons land ongekend veel sneeuw. Begin december lag er al sneeuw en ook januari en februari bracht het nodige met zich mee. Eind januari leek de winter ten einde maar niets was minder waar want ook februari bracht nog winterweer, niet zo heel erg koud qua temperatuur dan maar de gevoelstemperatuur was soms diepvries achtig. Zo ook de afgelopen dagen een snijdende noordoosten wind maakte het guur en niet echt aangenaam om buiten te zijn, en vandaag gooide de (lichte) sneeuw roet in het eten en dus maar eens een dag thuisgebleven. In de tuin was er echter genoeg te genieten. Net als gisteren waren de Sijzen actief van de pinda's aan het snoepen.

man Sijs | Eurasian Siskin (Carduelis spinus)

De Vinken scharrelen op de grond tussen de sneeuw hun kostje bij elkaar en af en toe waagt ook het mannetje Keep zich uit de boom. Vanmiddag hangen er opeens twee andere vogels aan de silo die niet zo vaak in de tuin komen, Putters.


Putter | European Goldfinch (Carduelis carduelis)

Maar ondanks het winterweer zijn er ook al de voorboden van het naderende voorjaar, zo hoorde ik de afgelopen week de eerste Veldleeuwerik al weer zingen en zag en hoorde ik baltsende Kieviten, maar ook de Sneeuwklokjes bloeien ondanks de kou alweer een ruime week. En als je goed om je heen kijkt kun je zelf hier en daar al bloeiende Speenkruid vinden.  En zo lopen de seizoenen langzaam in elkaar over.

Sneeuwklokje | Common Snowdrop (Galanthus nivalis)


zaterdag 23 februari 2013

Kijkscherm Berkheide

Als ik vanmorgen beneden kom en de tuin in kijk zitten er een paartje Sijzen op de pindasilo, leuk want ik had ze dit jaar nog niet in de tuin gezien. Na de hond even uitgelaten te hebben spring ik even na achten op de fiets want er moet gewerkt worden in het duin -:).
Het viel de laatste tijd niet mee om het Grote meer in Berkheide goed te overzien, de oevers staan vol met duindoorns en riet maar vanmorgen hebben we met een KLEIN maar enthousiast groepje ruimte gemaakt voor de plaatsing van een kijkscherm. Vanmorgen vroeg was het gelukkig nog niet zo guur en eigenlijk best aangenaam om deze klus te klaren, met z'n zessen hebben we een stuk van ongeveer 35 m2 vrij gemaakt van Duindoorns zodat daar a.s. maandag een vlonder en een scherm geplaatst kan worden door Dunea en Staatsbosbeheer. Als het scherm geplaatst is zal ook een deel van het riet gemaaid worden zodat er een mooi uitzicht over het meer ontstaat. Helaas staat het scherm aan de noordoever en heb je daar dus 's morgens tegenlicht, maar een andere plek was geen optie omdat dit de enige oever is die geen verboden gebied is. Vanaf deze locatie is het wel mogelijk om de hele plas te overzien.

Het gedeelte dat vrij gemaakt moet worden



v.l.n.r. Menno van Duijn, Maarten Langbroek, Ben ter Haar, Joop van Leeuwen, Rein Genuit en Wim Langbroek. (Foto's 1/3 Menno van Duijn (4) een toevallige passant

Als we klaar zijn drinken we een bakkie thee of koffie en praten we gezellig nog even na, maar de aantrekkende wind maakt dat het koud begint te worden, en dus word het tijd om richting huis te gaan maar eerst lopen we nog even langs een Roerdomp die Menno vanmorgen vroeg al had gevonden.

Als ik thuis kom zijn de Sijzen nog steeds of en toe in de tuin.

vrouw Sijs | Eurasian Siskin (Carduelis spinus) 

vrijdag 15 februari 2013

GEELSNAVELDUIKER en

Afgelopen woensdagmiddag word er een Geelsnavelduiker gevonden op het Grevelingenmeer, Mark Hoekstein die vanaf een boot de vogels op het meer aan het tellen is ontdekt de vogel. Helaas zijn de weersvoorspellingen voor donderdag niet al te best en om nou weer een auto te verspelen voor een vogel gaat me wat al te ver, en geld voor een advocaat heb ik ook niet dus ik ga donderdagmorgen lekker aan het werk. Enkele dappere wagen het wel om af te reizen naar Zeeland en zij zien de vogel voordat rond half tien het ijs letterlijk en figuurlijk uit de lucht komt vallen.
En dus rij ik vandaag maar naar de vogel, die er vast nog wel zal zitten. Om zeven uur pik ik Max van Waasdijk op in Leiden en rond kwart voor negen staan we aan het Grevelingenmeer. De lichte nevel die over het water hangt is al aan het optrekken en het zicht word eigenlijk alleen maar beter. We beginnen op de "oude plek" maar hier geen spoor van de vogel en we besluiten om terug te rijden naar het begin van de Philipsdam en vandaar langzaam naar het westen het meer te gaan afzoeken. Op het meer zien we een paar Kuifduikers en leuke groepjes Geoorde Futen. Bij Battenoord zien we de groep Flamingo's staan. 9 Europese en een stuk of wat Chilenen. Maar we kunnen tussen de vele Middelste Zaagbekken en Brilduikers de Geelsnavelduiker niet vinden. Als we om tien uur even de inwendige mens aan het versterken zijn komt de verlossende DBalert. De vogel is teruggevonden door een groepje Belgische vogelaars een stuk naar het westen. Snel gooien we de spullen in de auto en rijden de dijk over richting Bruinisse en een kleine 20 minuten later sjouwen we de dijk op en over en sluiten ons aan bij een 15 tal vogelaars. De duiker zit wel  aardig ver maar is dankzij het zonnetje wat doorbreekt erg mooi te zien, wat een slagschip is het nog net weer even groter dan een IJsduiker.
De grote gele snavel is goed te zien, na wat poetsen en vleugels strekken besluit hij te gaan jagen en dan zie het achterlijf eerst verdwijnen en dan zakt hij als een onderzeeër  onder water om soms tientallen meters verder weer boven te komen. Na een half uurtje naar de vogel gekeken te hebben word het tijd om de drie andere duikers die in de buurt van de Brouwersdam zitten te gaan oprollen want een kwartet duikers op een dag zou toch wel erg leuk zijn.


Het was vanmorgen heerlijk rustig bij de Geelsnavelduiker | Yellow-billed Loon (Gavia adamsii)

Onderweg daar naar toe zien we een Kleine Zilverreiger langsvliegen en stoppen we nog even bij twee groepen Wilde Zwanen, in de tweede groep vinden we ook nog een paar Kleine Zwanen.


Wilde Zwanen | Whooper Swan (Cygnus cygnus) foto Max van Waasdijk

Op de Brouwersdam zoeken we eerst even naar het bekende groepje IJseenden. Max vindt ze al gauw, 3 mannetjes en 2 vrouwtjes, leuk want het is al een tijdje terug dat ik IJseenden gezien heb. De tweede duiker van het kwartet is snel binnen als er een Roodkeelduiker langs vliegt. We rijden naar het haventje aan de noordkant en scannen hier de zee af in de hoop het vrouwtje Brilzeeeend in de kijker te krijgen. Op grote afstand vinden we de groep Grote Zeeeenden waar zij tussen zou moeten zwemmen. We lopen het strand op maar de groep zit toch verder dan we denken en na een wandeling van een kleine kilometer krijgen we de groep mooi in beeld. De zee is vlak en de zon zorgt voor goede waarnemingscondities. Maar het valt toch niet mee om de vogel direct uit de groep van zo'n vijftig Grote Zeeeenden te pikken. Na een tijdje krijg ik een vogel in mijn beeld die met zijn kop recht naar me toe ligt en dan zie je het eigenlijk gelijk aan de snavel. Als de vogel draait is het helemaal duidelijk, een stukje kleiner dan de Grote Zeeeenden, lichte grote vlek rond de snavel en de ietwat omhoog gehouden staart. Mooi de Brilzeeeend is ook binnen en een goede bonussoort natuurlijk -:). Maar we "moeten" nog twee soorten duikers en dus lopen we terug naar de auto en rijden naar de binnenzijde van de dam. De derde duiker is snel binnen, voor het eiland met de fraaie naam Hompelvoet zwemt er een groepje van maar liefst 4 Parelduikers. Met de vierde, met de IJsduiker wil het niet lukken, samen met andere vogelaars word het meer afgezocht maar we kunnen hem niet vinden. (Later op de middag word de vogel wel weer gezien). En dus kunnen we het kwartet niet compleet maken, maar daar treuren we niet over want we hebben al een geweldige dag achter ons liggen. Goede soorten en erg mooi weer. Op de Brouwersdam maken we nog even een praatje met Pim Wolf en Bas van den Burg.
Het is inmiddels tegen drie uur en we rijden nog even snel langs een groep van zo'n driehonderd! Kleine Zwanen. Gaaf, want zo'n grote groep heb ik geloof nog nooit bij elkaar gezien.



Kleine Zwaan | Bewick's Swan (Cygnus columbianus bewickii)

zaterdag 9 februari 2013

Vreugde en verdriet

Vandaag de andere drie km-hokken gedaan voor het atlasproject van Sovon. En weer heeft het licht gesneeuwd en zijn de fietspaden wit. Om kwart over negen, een uur na zonsopgang, starten we in 24-57-43. We beginnen met de 2 maal 5 minuten punttelling, je telt dan 2 keer 5 minuten op een van te voren vastgesteld punt alles wat je ziet en hoort vanaf dat punt. Het resultaat hier valt niet tegen o.a. 5 soorten mezen, Zwarte Mees, Kuif-, Kool-, Pimpel- en Staartmees. Ook de zingende Boomklever boven ons hoofd is erg leuk. Als de tien minuten erop zitten lopen we een stuk door het bos in de binnenduinrand hier is het weer erg stil af en toe horen we zachtjes een Grote Bonte Specht roepen en alleen de Koolmezen zijn vocaal in het eerste stuk. Achter de Witte Raaf is het ook weer erg rustig maar hier hebben we ons tweede paartje Boomklevers! Als we  bijna weer bij de fietsen zijn zien we nog twee Zwarte Mezen, dit zou wel eens een broedgeval kunnen opleveren want de vorige keer dat we hier waren hadden we ze ook al op deze plek. We stappen op de fiets voor de andere helft van het km-hok, de bungalowparken. Hier treffen we ons, waarschijnlijk, derde paartje Boomklevers, maar dit zouden ook dezelfde kunnen zijn als degene die we tijdens de punttelling hadden, maar een ding is duidelijk er zitten dit jaar erg veel Boomklevers in de binnenduinrand. Uit een van de kwelslootjes vliegt een Grote Gele Kwikstaart op, een soort die dit jaar niet echt veel gezien word in de buurt. Verder zien we in dit hok niet zo heel veel en als de 55 minuten om zijn fietsen we naar het volgende km-hok 24-54-54, waar we weer eerst de puntelling doen. Hierna lopen we een rondje over het terrein van de Bavo, een roepende Groene Specht is hier de leukste soort die we hebben. Een zacht roffelende specht hoog boven in de populieren kunnen we helaas niet vinden, maar het zou zomaar een Kleine Bonte geweest kunnen zijn.
Na eerst maar eens een warme bak koffie en een paar stroopwafels tot ons genomen te hebben fietsen we via het Oosterduinse Meer, waar de Roodkeelduiker niet meer aanwezig is, naar het volgende km-hok 24-57-23. De punttelling hier is uitermate slecht, een Koolmees en 5 Zwarte Kraaien zijn de enige vogels die we zien in tien minuten. Dat belooft niet veel goeds voor de rest van het duin wat binnen het blok valt. We lopen De Blink in en hier is het idd. stil, voor de grap zeg ik tegen Peter kom we gaan terug naar de fiets en gaan over zee kijken maar dat heb ik nog niet gezegd of er vliegt een Houtsnip naast ons op. Even verder stoten we een Ree op en ook een soort die we niet verwachten, een Ransuil vliegt voor ons uit de stuiken en vliegt over ons heen om een meter of veertig verder weer in te vallen, gaaf! We hebben de afgelopen weken echt wel gezocht naar Ransuilen maar door de vele Haviken die er in ons atlasblok zitten achten we de kans om ze te vinden erg klein, en hopelijk valt deze dus niet ten prooi aan de Havik. Voor zulke soorten doe je het natuurlijk ook een beetje, je ziet ze niet elke dag en zo onverwacht er tegen een aan blunderen is natuurlijk het aller leukste. Boven zee word de lucht inmiddels steeds donkerder, we hopen dat we de bui gaan missen want we moeten ook nog even over zee kijken en op het strand. We staan nog maar net aan zee en hebben net het strand een beetje afgescand als de hagel met bakken uit de lucht komt en langzaam overgaat in sneeuw. Het zicht is nul maar we besluiten om de te telling maar af te breken en de  bui maar even af te wachten.
We breken het helemaal af als een Peter het bericht krijgt dat zijn zwager zeer plotseling is overleden, 52 jaar pas en dan word je weer even stil en realiseer je je maar weer eens dat we maar nietige mensen zijn en het leven niet kunnen maken zoals we wel zouden willen en dan zijn die vogels en die telling helemaal niet belangrijk meer.
Marleen en Peter gecondoleerd met dit onverwachte verlies en veel sterkte de komende dagen en de tijd die volgt!



maandag 4 februari 2013

50 procent

Het is nog maar begin februari maar vandaag al over de helft van het aantal soorten gekomen die ik in theorie zou kunnen zien dit jaar met de fiets of lopend. Gisteren vloog er een groepje Kolganzen (112) over en vanmiddag een groep van zo'n 80 Toendrarietganzen (113) over Noordwijk. 
Gisteren een poging gedaan om een Vuurgoudhaan op te rollen ergens in de buurt maar de harde wind gooide roet in het spreekwoordelijke eten, maar het was een leuke wandeling. 

zaterdag 2 februari 2013

Vrijwel lege km-hokken.

Wat later dan afgesproken, door de harde noordwesten wind, ontmoet ik Peter Spierenburg in Noordwijk. Vandaag beginnen we aan de tweede winter telronde voor het Sovon atlasproject. Door de duinen fietsen we richting de Noordwijkse Golfclub waar we beginnen over zee te kijken. Op het strand gelijk al een leuke waarneming nl. een Zilverplevier (107). Opvallend aan deze vogel zijn de spierwitte uiteinden van de handpennen, zeker een cm of 4 is zuiver wit. Op het strand verder weer leuke aantallen Drieteenstrandlopers. Over zee vliegen wat Roodkeelduikers en ook nog een Parelduiker naar zuid. Een eenzame Rotgans (108) gaat langzaam tegen de wind in naar noord. Op de ruwe zee slechts een paar Futen maar erg blij ben ik met een op niet al te grote afstand drijvende Alk (109). Ineens krijg ik een vogel in beeld, maar het kwartje wil niet gelijk vallen, wat een Grote Jager (110) blijkt te zijn, die langzaam laag over het water naar het noordwesten vliegt, leuk samen met de Alk is dit ook nog een nieuwe voor de eeuwige maandlijst. We vervolgen de telling met een korte wandeling door het duin en dat levert niets maar dan ook werkelijk niets op! Na bij de Duindamse Slag ook nog even over zee gekeken te hebben lopen we door de zeereep naar het punt voor de 2 maal 5 minutentelling. In de zeereep komen we drie Reeën tegen. Op het telpunt is het ook stil, alleen twee Eksters en daar moeten we het mee doen.
Via de Noraweg fietsen we naar de Langevelderslag waar ten noorden daarvan de laatste tijd nog weleens een Ruigpootbuizerd is waargenomen. Helaas zien we alleen maat twee "gewone" Buizerds hangen in de wind.
Het volgende km-hok wat we vandaag doen is het Langeveld. Het begint aardig met een Rietgors die opvliegt uit een stoppelveld en een Zanglijster die rondscharrelt in een tuin maar dit zijn dan wel zo'n beetje de enige twee aardige waarnemingen in het hele hok. Opvallend is het ontbreken van soorten als Kneu en Veldleeuwerik, soorten die normaal gesproken altijd 's winters wel in het Langeveld te vinden zijn zelfs de Knobbelzwanen zijn vertrokken. O ja, een Goudhaan in de natuurontwikkeling het Langeveld mag natuurlijk wel genoemd worden.
Het derde en laatste km-hok wat we vandaag doen is ook al zo leeg, waar we in december nog leuke aantallen Turkse Tortels hadden zien we er nu niet een! Zelfs Roodborst en Winterkoning zijn afwezig.
In het dennenbos van het Aarbeiendel hebben we nog wel een roepende Kuifmees en een Boomklever en Boomkruiper. Het stukje duin van De Blink is ook al uitgestorven. Als we teruglopen naar onze fiets zien we net nadat de tijd verstreken is nog een Zwarte Mees en twee Boomkruipers. Het is inmiddels kwart over twee en het word tijd om richting huis te gaan. Onderweg hoop ik nog wat Patrijzen mee te kunnen pikken. Op de eerste plek waar ze zouden kunnen zitten zie ik zo gauw niets en dus vestig ik mijn hoop op de Elsgeesterpolder, een bolwerk voor deze soort hier in de buurt. Ik kijk hier al de padjes op de bollenvelden af maar ook hier niets. Op het ruige stuk zie ik er wel een Patrijs  (111). Al met al is het voor mij geen verkeerde dag met 5 soorten voor de fietslijst. Voor de tellingen in de km-hokken valt het allemaal een beetje tegen natuurlijk, want of dit representatief is voor wat je in de winter in het gebied kunt tegenkomen kan je je afvragen, als je heel gewone soorten als Roodborst, Winterkoning al mist in het duin en de binnenduinrand. Of zou het wintertje zo'n grote tol geëist hebben?